Beelden die via het rechteroog binnen komen worden verwerkt in de linkerhersenhelft. Beelden van het linkeroog worden verwerkt in de rechterhersenhelft. Wanneer een paard met het rechteroog iets engs ziet wordt dit dus verwerkt in de linkerhersenhelft. Soms komt het voor dat wanneer je er en paar keer langs bent gereden het paard niet meer bang is, maar wanneer je van hand veranderd is je paard opnieuw bang. Dit komt doordat het paard het enge object nu met het linkeroog waarneemt. Hierdoor wordt het verwerkt in de rechterhersenhelft.
Wanneer er een snelle verbinding zou zijn tussen de linker- en rechterhersenhelft zou het paard het object vanaf de andere kant niet opnieuw eng hoeven te vinden. Hij heeft namelijk vanuit het ene opzicht (rechteroog, linkerhersenhelft) geleerd en verwerkt dat het niet eng (meer) is. Wanneer de verbinding optimaal zou zijn zou het paard vanuit het andere perspectief (linkeroog, rechterhersenhelft) vanuit de linkerhersenhelft doorkrijgen dat het niet eng is. Door het ontbreken van deze één op één verbinding bevindt de informatie dat het object niet eng is zich (nog) niet in de rechterhersenhelft. Vanaf de linkerkant is het object dus opnieuw eng.
Bedenk dit voortaan als je paard met rijden linksom ergens niet (meer) bang voor is en rechtsom opnieuw schrikt. Het is oneerlijk en nutteloos om het paard hiervoor te straffen. Zijn hersenen werken nu eenmaal op deze manier.
Tweet Follow @Stalpraat
Geen opmerkingen:
Een reactie posten